zondag 3 november 2013

Te veel water


Maandag zijn ma Wassink en Miriam weer naar huis vertrokken. ’s Morgens vroeg afscheid nemen en om 6 uur richting vliegtuig. We hebben ervan genoten en dat was wederzijds!

Woensdag ging ik met Geerten eindelijk de grond bij Asela/Doba bekijken, de langverwachte reis. Daar hangt toch veel vanaf! Er eerder heen gaan kon niet, want door de regentijd was de weg onbegaanbaar en het was dus wachten totdat de grond voldoende droog zou zijn. Vol goede moed op pad!
 Eerst een jongen opgehaald bij de gemeente die ons de grond zou wijzen, toen een ander met gps die het ook scheen te weten. Leuk tussendoortje: toen wij stonden te wachten bij het huis van die laatste jongen, zagen we aan de overkant van de weg een drukte met mensen met koeien. Ze gingen in een gebouw naar binnen. Maar wat gingen ze daar doen? Ik kon m’n nieuwsgierigheid niet onderdrukken en ben gaan kijken. Het bleek de plaatselijke kunstmatige inseminatie stal te zijn: elke dag kunnen boeren met hun tochtige koe(ien) daarheen gaan om haar te laten insemineren. Ook werd er gevoeld op drachtigheid. Alle boeren in een rij achter elkaar (ik schat zo’n 20), de voorste koe in een stellage van houten balkjes, een inseminatiebox zeg maar. Opvoelen, insemineren en hup de volgende was aan de beurt. Erg leuk om even te zien! Het percentage drachtigheid na 1e inseminatie weet ik niet...
Insemineren

Intussen was de jongen er, wij op pad naar de grond. Via een redelijk gravelpad naar een brug. Daarna de heuvel opklimmen. De omgeving was schitterend! De weg werd alleen steeds beroerder. Wel droog gelukkig, maar vol harde sporen. Uiteindelijk was er geen weg meer, alleen een karrespoor door de velden. Foto pad Toen wisten de jongens ook niet meer hoe we moesten. Dan maar een paar herders achterin die de weg moesten wijzen. Na een half uur doemde er een rivierbedding op: zo’n 6 meter behoorlijk steil naar beneden. Aan de andere kant iets minder steil weer omhoog... Er zou grind op de bodem van de rivier liggen en we konden er zeker met de auto door. Nou, laat er eerst maar eens een jongetje op z’n laarzen doorheen lopen. Of er echt geen diepe kuilen zitten ;-) Tja, zat niks anders op om te proberen: helling af, 40 m door de rivier heen rijden, aan de andere kant vol gas weer omhoog.
Gewoon door het riviertje en aan het einde weer omhoog 
Zowaar, we kwamen er tegenop! Hobbeldebobbel verder. Waar ligt die grond nou? Jawel, daar! Een wijd armgebaar moest de grond aangeven. Alles wat je nu ziet in een cirkel. Duidelijk ja. Waar zijn de grenzen? Gewoon, rijd maar een grote cirkel, dat is het zo ongeveer. Natte grond hier, zompig, wat moet dat in de regentijd wel niet zijn. Zou het onder water staan? De boeren staan m’n hun hutjes vast niet voor niks aan de rand op het hogere gedeelte. Ok, foto’s maken, probere te interpreteren waar we zijn (het was een compleet andere plek dan we in gedachten hadden, aan de andere kant van de farm van Jan vd Haar).  Ok, na een tijdje maar eens vertrekken. Gaan we dezelfde 2 uur terug of kiezen we een kortere route, dwars door de velden naar de farm van Jan? Moeten we wel een laatste riviertje oversteken. Maar die gok nemen we, dan kunnen we met een half uur bij het asfalt zijn. Scheelt heel veel tijd en die jongens kunnen ook wel met openbaar vervoer terug. Dat hebben we geweten... De enige oversteekplaats van het riviertje bleek ook de drink- en oversteekplaats voor het lokale vee te zijn. Dus modderig en kapot getrapt. Ik dacht: dat gaat nooit, we zitten in no time vast in die modder. Maar de jongens dachten van niet. Er ligt weer grind onderin, het water is maar een halve meter hoog en aan de andere kant ziet het er redelijk droog uit. Jaja, maar ook veel steiler. Eerst naar de farm van Jan gebeld, of de trekker er was, voor het geval dat...  Ok, we gokken het erop. Ruim twee uur terug is ook niks, zeker niet als je bedenkt dat je dan nog drie uur naar huis moet en het tegen vieren loopt... Dus eerst wat hobbels met een hak verwijderd, daarna vol gas naar beneden, door het water heen en omhoog.  Dat ging beter dan verwacht! Voor mij kwam er keurig een paard waarop ik naar de overkant mocht... ze weten hier hoe het hoort... Maar toen moest de auto nog omhoog... Misschien wel tien keer geprobeerd, kluiten in de sporen, grind in de sporen, maar de laatste drie meter lukte niet, ook niet met een aanloop vanuit het riviertje... De kudde koeien die inmiddels was aangekomen werd ook onrustig en begon te loeien. Ze durfden het water niet in om te drinken. Wat deed dat gekke ding daar in het water?  Na een tijdje overwon de angst het van de dorst en kwamen ze het water in.

Aan de overkant komen lukt, omhoog niet...
Maar wat moeten wij nu? Naar de farm van Jan, een trekker halen. Geerten lopend daarheen, een kilometertje maar, ik bleef bij de auto. Inmiddels was natuurlijk alle jeugd uit de omgeving komen kijken wat die witneuzen daar toch moeilijk deden met die auto. Kleintjes van drie jaar tot groten van een jaar of twintig. Steels kijken naar mij en vragen stellen aan de jongen die met ons meegereden was. En de brutaalsten durfden wat te vragen. Eéntje kon er ook goed Engels dus er kwam een gesprekje op gang. En ze probeerden me te leren tellen in het Amhaars en Oromifa. Ach tja, je moet wat doen om te tijd te doden! Na een tijdje motorgeronk, yes, een trekker! Geerten erop, twee anderen erbij. De trekker bleek bij Jan te staan, maar de driver had de sleutel bij zich en was in Bekoji, een half uur verderop. Hij zou komen. Maar dat betekende weer weet-ik-hoelang wachten. Iemand liep met de sleutel van de combine op zak. Proberen kan geen kwaad. En jawel, de trekker startte! Ik in de auto, Geerten trok hem met gemak omhoog. Hoog en droog weer, gelukkig! “Ciao” geroepen naar al m’n fans ;-) en maken dat we dwars door het bos (het pad was nog steeds moerassig) bij het asfalt kwamen. Drie uur later waren we weer veilig thuis!

1 opmerking:

  1. Mooi verhaal hoor! Ik hield even m'n hart vast, dacht dat jullie voor altijd in die rivier moesten blijven zitten.
    Maar: uit modderig slijk gered.

    BeantwoordenVerwijderen