maandag 4 mei 2020

Gehecht


Voorjaar 2015 

In allerijl komt Ararsa, een van onze medewerkers, aangerend. Hij is een van de beteren met Engels dus hij voert vaak het woord namens anderen. Hij is ook echt een prater. Er zijn mensen van het dichtstbijzijnde dorpje Warka Qore gekomen met een meisje bij zich. Zij is geschopt door een paard, in haar gezicht en ze moet naar de kliniek in het wat grotere dorp Ginchi langs de hoofdweg. En aangezien wij de enigen in de wijde omgeving zijn die een auto hebben, komen ze vragen of iemand van ons haar naar het dorp wil rijden.

Ik wil eerst graag het meisje zien en weten met wat voor soort wond we te maken hebben. Een meisje van een jaar of 10/12 wordt uit het groepje naar voor voren geschoven. Ze drukt een vieze doek tegen haar oog en voorhoofd. Ik laat haar zitten op een baal stro en haal de doek weg. Net boven haar wenkbrauw zit een flinke jaap van een cm of 5 breed. Ai, dat moet idd wel gehecht worden want zonder iets blijft dat lelijk open staan. Maar een beetje ontsmetten eerst kan geen kwaad. Ik haal een schoon washandje, maak het nat en vraag haar dat tegen de wond te houden en tegelijk de wond dicht te drukken. De oude landrover staat klaar, gewillige handen helpen haar omhoog zodat ze achterin kan zitten. Een paar naar ik aanneem familieleden (eentje is haar moeder, legt Ararsa uit) klimmen erbij en ik klim achter het stuur. Daar gaan we, over de onverharde weg naar Ginchi. In het dorp wijzen ze me de weg waar ik heen moet en bij de kliniek stappen we uit. Weer een hoop gewillige handen die ons patiëntje uit de auto helpen en leiden naar wat ik denk dat de Eerste Hulp is. Eerst moet natuurlijk een card gekocht worden voor een paar birr, waarop haar gegevens komen te staan en waarmee een file wordt aangelegd. Het meisje wacht alles rustig af en we worden bij een ander hokje geroepen. Ik ben te nieuwsgierig om het aan me voorbij te laten gaan (terwijl ik echt een held op sokken ben in alles wat m.n. injecties betref) en dus volg ik het meisje en haar begeleiders. Er komt een arts die even naar de wond kijkt en besluit dat het gehecht moet worden. Het meisje mag op een zwartleren behandeltafel gaan liggen en de arts gaat alle spullen bij elkaar zoeken en klaarzetten. Iedereen wordt het kamertje uitgestuurd, maar ik blijf gewoon eigenwijs zitten. Zolang ze mij niet persoonlijk vragen me te verwijderen, doe ik alsof m'n neus bloedt. Ik kijk het kamertje eens rond. Groezelige muren die ooit wit waren. Een gammele stoel links naast de deur waar ik nu op zit, een kastje met spullen links naast me. Links voor me in de hoek de behandeltafel, daarnaast een metalen karretje met een doos met latex handschoenen en andere materialen. De arts komt weer binnen, trekt handschoenen aan, stalt z’n spullen uit op het karretje. De late middagzon valt precies door het raam
rechts op het gezicht van het meisje. Misschien vindt ze dat wel heel irritant, die zon in haar ogen. Of prikt het in de wond. Maar daar maakt de arts zich in ieder geval geen zorgen om. Het meisje begint te huilen als ze de arts z’n voorbereidingen ziet doen. Ik heb met haar te doen, ze ligt daar zo alleen, haar moeder is weggestuurd en ik bedenk wat ik zelf zou doen als één van onze kids daar lag. Ernaast zitten, hand vasthouden, geruststellende woorden spreken. Maar ik kan weinig Oromifa. 

Het enige wat ik zou kunnen zeggen is ‘rakkonkabo’, no problem, het komt goed. De arts pakt het in ieder geval heel anders aan. Hij geeft d’r een klap op d’r wang en snauwt d’r wat toe. Ik vertaal het maar als ‘stel je niet zo aan’. 

Arme drommel. De arts begint met een gaasje de wond schoon te maken met jodium. Hij pakt een naald en een draad en begint zonder enige verdoving te hechten. Ik probeer niet te bedenken hoe het meisje zich moet voelen! Ze krimpt af en toe een beetje in elkaar, maar een kik geven doet ze niet meer. Ik sta in tweestrijd, zal ik haar hand vastpakken? Maar er is weinig ruimte en ik wil die arts niet nog chagrijniger maken met m’n bemoeienis. Dus ik laat haar en hij hecht af. Dan roept ie mij erbij. Wat ik ervan vind? Is het mooi genoeg? Ik heb geen idee, heb nog nooit iemand zien hechten en überhaupt goed naar een hechting gekeken. Het lijkt me erg grof, maar ik kan het niet maken om daar iets van te zeggen. Dus is het ‘very good’. “Like in your country?” “I think so.. “ En het meisje mag van de tafel af naar haar moeder toe die op de gang zit te wachten. 

De weken erna kijk ik stiekem steeds even of ik het meisje misschien zie, tussen de kinderen die elke dag water komen halen. Maar helaas. Hoe zal het haar vergaan?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten