vrijdag 22 mei 2020

Contract bajaj

10 feb 2017

Soms gebeuren de dingen een soort vanzelf. Nou ja, vanzelf of toevallig.. dat bestaat natuurlijk helemaal niet. Door God geleid, zo is het. Juist die kleine dingen, al noemen wij dat al gauw toevallig. Alsof God alleen maar een rol heeft in de grote en belangrijke dingen die gebeuren.. ´dat zonder de wil van mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan.` Over ogenschijnlijk kleine dingen gesproken..

Maar ik was voor de kinderen op zoek naar iemand die hen vanaf de farm hier naar Alita/ESPBC kon brengen, een km verderop. Elke morgen om 8 uur en ook ’s middags om half 4 weer terug. Ik ging zelf altijd mee en we hielden gewoon de eerste beste bajaj aan (zo’n blauwwitte driewieler die overal rijden als openbaar vervoer), maar dan had je dus nooit gegarandeerd een bajaj op tijd en ik moest dan elke keer mee om vervolgens een kwartier later weer terug te gaan. Dat was op zich helemaal niet erg want dan kon ik daar gelijk m’n mail en appjes binnenhalen, maar tijd kostte het best wel en Giulia ging soms ook maar mee terwijl ze eigenlijk naar bed moest bijvoorbeeld.

Enfin, ik was dus op zoek naar een contract driver, iemand die op afgesproken tijden haalt en brengt en dat ook voor afgesproken bedragen. Via een eerdere werknemer van Alita kwam er op een middag een jongen die er wel over wilde praten. Maar het tarief was te laag naar z’n zin (10 birr per ritjes terwijl dat op de gewone ‘lijndienst’ 2 birr is) en hij kon niet garanderen dat hij er elke morgen om kwart voor 8 zou zijn (1:45 u Ethiopische tijd, want ze beginnen met tellen om 6 uur). Inderdaad was hij er de volgende morgen niet en ik heb nooit meer wat van hem gehoord.

Een week later waren vrienden Aart en Tigist hier op visite. Zij hadden een driver die ze konden bellen als ze hem nodig hadden. Een jongen die heel eerlijk was. Hij had pas een tasje gevonden in z’n bajaj met 15.000 birr (€600) erin.. heeft ie nagevraagd of er zich iemand bij het bajaj station had gemeld en toen heeft hij het eerlijk terug gegeven! Maar deze jongen liet na een week weten dat ie geen interesse had in contract work..

Zit ik maandagmorgen terug naar huis in de bajaj vanaf ESPBC, heb ik een wat oudere man als chauffeur die goed Engels spreekt. Hij vroeg me waarom ik geen contract driver had die elke morgen en middag de kinderen reed en hij bood aan dat hij het wel wilde doen! Eerst hield ik de boot af door te zeggen dat ik ook vaak een auto had om te rijden en dat er bajajs genoeg waren. Maar na een poosje dacht ik: “Marleen, doe normaal! Dit word je in de schoot geworpen!” Een wat oudere man, dus geen wilde of onvoorzichtige jonge knul, hij spreekt goed Engels, dat kom je ook niet elke dag tegen. En hij komt notabene uit zichzelf met het idee van contract drive. Wat wil je dan nog meer? Voor hoeveel zou hij het willen doen? 600 birr per maand. Mijn plan was 10 birr per rit x 2 per dag x 5 dgn in de week = 100 birr per week = 400 per maand. Dat uitgelegd en daarmee ging hij akkoord. Dus die middag voor het eerst met de contract driver naar huis. Hij heet Mekonnen (Amhaars voor engel), woont ook nog eens vlakbij in de condominium (flat) en heeft een dochter die hij ook elke dag naar school moet rijden. En hij heeft maar één been. Dat valt in het begin niet op omdat er wel een lange broekspijp overheen zit en je vanaf achterin vooral tegen iemands rug aankijkt. Maar ik zag 2 krukken naast z’n stoel in de bajaj staan. En toen ik erop lette zag ik dat hij z’n rechterbeen mist vanaf boven z’n knie. Remmen en koppelen doet hij dus beide met links. De kinderen hebben de volgende dag natuurlijk meteen gevraagd wat er met z’n been gebeurd was. Ze dachten te begrijpen dat ie gebroken was. Maar ‘broken’ bleek ‘blocked’ te zijn, ‘the blood was blocked’, waarom precies dat werd me niet helder. Trombose misschien? Diabetes patiënt? Feit is dat ik extra blij ben dat ik hem als driver heb omdat hij het geld extra goed kan gebruiken. En hij kwam stipt op tijd he, de volgende dag! Onze reddende engel…

dinsdag 12 mei 2020

Bevalling

Voorjaar 2015

Girma, onze metselaar, jaar of 40. Ruwe bolster. De blanke pit heb ik nog niet echt kunnen ontdekken. Z´n grijns is wel leuk, dat maakt hem grappig. Altijd een pet op (zoals veel mannelijke Oromo’s trouwens, daar kun je ze vaak aan herkennen) en een stoppelbaard van een paar dagen. Hij komt ook uit het dichtstbijzijnde dorpje Warqa Qore, net als de meeste andere werknemers. Maar hij is één van de oudsten. Engels spreekt ie niet, dus op een middag komt Alex voor hem vragen of ik misschien iets voor hem kan doen. Hij kreeg net een telefoontje: z’n vrouw is aan het bevallen thuis. Maar het schiet niet op. Kan ik haar niet ophalen en naar de kliniek in Ginchi brengen?? Tjonge, nou word ik ook al ambulancechauffeur… Maar natuurlijk, als er nood aan de man of hier dan vrouw is, dan doe ik dat graag! Dus Girma achterin om me te wijzen waar hij woont. Midden in het dorpje, een beetje lager dan de weg, in één van de huisjes die daar staan. Tis een dertien-in-een-dozijn huis: een één of twee kamer huisje, het skelet gemaakt van eucalyptushout, de muren aangesmeerd met modder, mest en stro, een zinken dak, een scheve planken deur die erin hangt en aan weerszijden ramen, nu met gesloten houten luiken. Girma gaat naar binnen, z’n vrouw halen. Die komt ondersteund door twee andere vrouwen naar buiten. Aan haar gezicht kan ik niet veel zien. Buurkinderen en buren kijken nieuwsgierig toe. Ik vraag me af wat die er allemaal van mee krijgen? Geïsoleerde huizen bestaan hier niet, er zit misschien een meter tussen dit en het volgende huisje, ruimte voor en achter het huisje is er vrijwel niet en privacy kennen ze hier ook echt niet. De vrouw wordt de auto in geholpen. Puffend en kreunend gaat ze zitten, drie anderen gaan mee en Girma ook. Automatisch doe ik de ramen open. Een auto vol lokale mensen en dan de ramen dicht… dan is het al snel niet te harden. Zij zijn eraan gewend, maar ik vind het elke keer weer verschrikkelijk. Ben altijd blij dat ik kan rijden en dus altijd bij het raam zit…

De rit duurt niet lang, na een kwartier zijn we in Ginchi. De vrouw houdt zich ontzettend sterk. Ik hoor bijna niks, af en toe een kreun. Ik heb natuurlijk ook geen idee hoe ver ze al is, maar ik meen me te herinneren dat ik toch heftiger aan het puffen was toen ik met weeën onderweg was naar het ziekenhuis toen Gideon geboren moest worden. Maar dit is natuurlijk een wereldvrouw. Ik weet niet of ze al eerder een kind op de wereld heeft gezet, maar zwanger zijn in een ruraal dorp als dit en onder deze omstandigheden… ze weet niet beter, en zwanger zijn en een bevalling doen is hier altijd nog een kwestie van leven of dood, maar ik vind haar enorm dapper! Bij de kliniek wordt ze de auto weer uitgeholpen, mag ze mee naar binnen in een kamer waar meer vrouwen liggen te bevallen. Ik sta te dubben: dit kan natuurlijk nog uren duren. Dan laat ik iedereen hier maar en ga ik terug. Maar via het verplegend personeel begrijp ik dat het waarschijnlijk niet lang gaat duren. Dan waag ik het er maar op. En nieuwsgierig ga ik eens om het hoekje van die kamer kijken. Vier vrouwen liggen op bed. Bij sommigen zit de man erbij. Eentje ligt enorm te puffen en af en toe komt er een schreeuw. Sorry, maar daar voel ik me toch een beetje te veel. Girma waagt zich niet binnen, de moeder van z’n vrouw is er wel bij. Na een half uur wordt z’n bevallende vrouw naar de verloskamer gebracht. Het gaat echt wel snel dus! En nog geen uur later begrijp ik dat de baby al geboren is! Of ik even mag kijken? Jahoor, de moeder wordt nog gehecht, maar oma zit bij de deur van de verloskamer en heeft haar kleinkind in haar armen. Dik ingepakt zoals hier gebruikelijk. Ik sla de doeken een beetje terug en zie een prachtig fijn lief klein baby’tje. Godzijdank!

maandag 4 mei 2020

Gehecht


Voorjaar 2015 

In allerijl komt Ararsa, een van onze medewerkers, aangerend. Hij is een van de beteren met Engels dus hij voert vaak het woord namens anderen. Hij is ook echt een prater. Er zijn mensen van het dichtstbijzijnde dorpje Warka Qore gekomen met een meisje bij zich. Zij is geschopt door een paard, in haar gezicht en ze moet naar de kliniek in het wat grotere dorp Ginchi langs de hoofdweg. En aangezien wij de enigen in de wijde omgeving zijn die een auto hebben, komen ze vragen of iemand van ons haar naar het dorp wil rijden.

Ik wil eerst graag het meisje zien en weten met wat voor soort wond we te maken hebben. Een meisje van een jaar of 10/12 wordt uit het groepje naar voor voren geschoven. Ze drukt een vieze doek tegen haar oog en voorhoofd. Ik laat haar zitten op een baal stro en haal de doek weg. Net boven haar wenkbrauw zit een flinke jaap van een cm of 5 breed. Ai, dat moet idd wel gehecht worden want zonder iets blijft dat lelijk open staan. Maar een beetje ontsmetten eerst kan geen kwaad. Ik haal een schoon washandje, maak het nat en vraag haar dat tegen de wond te houden en tegelijk de wond dicht te drukken. De oude landrover staat klaar, gewillige handen helpen haar omhoog zodat ze achterin kan zitten. Een paar naar ik aanneem familieleden (eentje is haar moeder, legt Ararsa uit) klimmen erbij en ik klim achter het stuur. Daar gaan we, over de onverharde weg naar Ginchi. In het dorp wijzen ze me de weg waar ik heen moet en bij de kliniek stappen we uit. Weer een hoop gewillige handen die ons patiëntje uit de auto helpen en leiden naar wat ik denk dat de Eerste Hulp is. Eerst moet natuurlijk een card gekocht worden voor een paar birr, waarop haar gegevens komen te staan en waarmee een file wordt aangelegd. Het meisje wacht alles rustig af en we worden bij een ander hokje geroepen. Ik ben te nieuwsgierig om het aan me voorbij te laten gaan (terwijl ik echt een held op sokken ben in alles wat m.n. injecties betref) en dus volg ik het meisje en haar begeleiders. Er komt een arts die even naar de wond kijkt en besluit dat het gehecht moet worden. Het meisje mag op een zwartleren behandeltafel gaan liggen en de arts gaat alle spullen bij elkaar zoeken en klaarzetten. Iedereen wordt het kamertje uitgestuurd, maar ik blijf gewoon eigenwijs zitten. Zolang ze mij niet persoonlijk vragen me te verwijderen, doe ik alsof m'n neus bloedt. Ik kijk het kamertje eens rond. Groezelige muren die ooit wit waren. Een gammele stoel links naast de deur waar ik nu op zit, een kastje met spullen links naast me. Links voor me in de hoek de behandeltafel, daarnaast een metalen karretje met een doos met latex handschoenen en andere materialen. De arts komt weer binnen, trekt handschoenen aan, stalt z’n spullen uit op het karretje. De late middagzon valt precies door het raam
rechts op het gezicht van het meisje. Misschien vindt ze dat wel heel irritant, die zon in haar ogen. Of prikt het in de wond. Maar daar maakt de arts zich in ieder geval geen zorgen om. Het meisje begint te huilen als ze de arts z’n voorbereidingen ziet doen. Ik heb met haar te doen, ze ligt daar zo alleen, haar moeder is weggestuurd en ik bedenk wat ik zelf zou doen als één van onze kids daar lag. Ernaast zitten, hand vasthouden, geruststellende woorden spreken. Maar ik kan weinig Oromifa. 

Het enige wat ik zou kunnen zeggen is ‘rakkonkabo’, no problem, het komt goed. De arts pakt het in ieder geval heel anders aan. Hij geeft d’r een klap op d’r wang en snauwt d’r wat toe. Ik vertaal het maar als ‘stel je niet zo aan’. 

Arme drommel. De arts begint met een gaasje de wond schoon te maken met jodium. Hij pakt een naald en een draad en begint zonder enige verdoving te hechten. Ik probeer niet te bedenken hoe het meisje zich moet voelen! Ze krimpt af en toe een beetje in elkaar, maar een kik geven doet ze niet meer. Ik sta in tweestrijd, zal ik haar hand vastpakken? Maar er is weinig ruimte en ik wil die arts niet nog chagrijniger maken met m’n bemoeienis. Dus ik laat haar en hij hecht af. Dan roept ie mij erbij. Wat ik ervan vind? Is het mooi genoeg? Ik heb geen idee, heb nog nooit iemand zien hechten en überhaupt goed naar een hechting gekeken. Het lijkt me erg grof, maar ik kan het niet maken om daar iets van te zeggen. Dus is het ‘very good’. “Like in your country?” “I think so.. “ En het meisje mag van de tafel af naar haar moeder toe die op de gang zit te wachten. 

De weken erna kijk ik stiekem steeds even of ik het meisje misschien zie, tussen de kinderen die elke dag water komen halen. Maar helaas. Hoe zal het haar vergaan?

vrijdag 1 mei 2020

Update

3 jaar geleden een dag voor m'n verjaardag schreef ik voor het laatst iets op deze blog.. wat ongelooflijk lang geleden! Daarna gebeurde er naar mijn idee weinig speciaals, de moeite niet waard om over te schrijven. Dat komt omdat je je eigen leven 'normaal' vind, je bent gewend aan de gewone dagelijkse gang van zaken. Maar van anderen hoor ik dan dat ze het juist wél interessant vinden om die gewone dingen te lezen, omdat dat allemaal voor Nederland niet gewoon is.

Fotoboeken
Anyhow, de verhalen tussendoor gaan er hap-snap komen. Ik heb besloten dat ik deze blog gewoon weer ga gebruiken. Ik houd er namelijk van om de verhalen die nu in m'n hoofd zitten, de belevenissen van afgelopen jaren, niet verloren te laten gaan maar ergens vast te leggen. Daarom: ik ga m'n fotoboeken die ik heb laten maken van afgelopen jaren doorbladeren en elke keer als er een verhaal in m'n gedachten komt, ga ik dat hier opschrijven. Goed voor mij, leuk voor jou! Veel leesplezier!

Ik zit inmiddels al weer een paar weken met de kids in Nederland. Corona gooide ook roet in ons eten ;-) en we besloten dat wij naar NL zouden gaan. Better safe than sorry. Geerten maakt z'n werkzaamheden in Ethiopie af. Wanneer hij naar NL komt? Voor ons nog onbekend, maar God knows.